Nieuwtjes week 8 – 2024

Problemen met medicatieleveringen

Deskundigen maken zich al jaren zorgen over de afhankelijkheid van China. Tijdens de coronacrisis werd nog eens bevestigd hoe kwetsbaar het systeem is, toen transporten grotendeels stil kwamen te liggen. Ook kunnen geopolitieke spanningen een rol gaan spelen bij het medicijntekort. China zou de afhankelijkheid van andere landen kunnen gebruiken als machtsmiddel. Dat is al eens eerder gebeurd. Zo dreigde China in 2020 te zullen stoppen met het exporteren van medische producten naar de VS toen president Trump het coronavirus stelselmatig ‘the Chinese virus’ noemde. Na dit dreigement stopte Trump hiermee.  Wat heeft onze overheid de afgelopen jaren eigenlijk gedaan tegen medicijntekorten?

 

Green deal verordering

Tenzij grote bedrijven er massaal tegen in opstand komen, zal een nieuwe EU-wet ons leven onherkenbaar veranderen. Deze wet, die vanwege de afleiding door oorlog en politieke schandalen geruisloos kon worden ingevoerd, is de onder Frans Timmermans tot stand gebrachte Green Deal Verordening 2023/959.

 

Geneesmiddel voor allergie

Gupta zei. “We hebben nu een door de FDA goedgekeurd biologisch geneesmiddel voor meervoudige voedselallergieën dat het risico op anafylaxie vermindert als mensen per ongeluk een allergeen binnenkrijgen. Dit zal miljoenen mensen – kinderen, hun ouders en volwassenen – die leven met ernstige voedselallergieën geruststellen. Het is levensveranderend.”

 

Nieuwe rol voor neurotransmitter

Een neurotransmitter waarvan tot nu toe alleen werd gedacht dat hij neuronen kalmeert, kan ook een rol spelen bij het wakker maken van neuronen, zo blijkt uit een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift PLOS Biology, een ontdekking die de gangbare visie op hoe neuronen met elkaar communiceren in de hersenen op losse schroeven zet.

 

Diabetes voorspellen

De meest gebruikte ontstekingsbiomarker die momenteel wordt gebruikt om het risico op diabetes type 2 te voorspellen, is het hooggevoelige C-reactief proteïne (CRP). Nieuw onderzoek suggereert echter dat de gezamenlijke beoordeling van biomarkers, in plaats van het beoordelen van elk afzonderlijk, de kans op het voorspellen van het risico op diabetes en diabetische complicaties zou verbeteren.

 

Klimaatpolitiek funest voor inkomen boeren

Een recent rapport van de pro-vrije markt denktank Buckeye Institute met de titel “Net-Zero Climate-Control Policies Will Fail the Farm” voorspelt dat boeren een kostenstijging van minimaal 34 procent zullen ervaren als gevolg van het net-nul emissiebeleid en de ESG-rapportagevereisten (Environmental, Social and Governance) van bedrijven.

 

Nieuwe aanknopingspunten bij ME

NIH-onderzoek naar ME/cvs wijst op immuundisfunctie en hersenafwijkingen in de kern van de ziekte die al lang niet meer voorkomt. Dit onderzoek van de National Institutes of Health lijkt een belangrijke stap voorwaarts te zijn in het begrijpen van bepaalde aandoeningen, gezien de focus op het identificeren van biologische markers en het onderzoeken van de immuunrespons van het lichaam. Het feit dat onderzoekers hebben vastgesteld dat er een langdurige immuunrespons is die T-cellen uitput, suggereert dat er mogelijk nieuwe aanknopingspunten zijn voor behandelingen of interventies.

 

De effecten van blauw (led)licht op je glucosespiegel

Mogelijk verband tussen overmatige blootstelling aan blauw licht, mitochondriale verstoring en de invloed ervan op de bloedsuikerspiegel en veroudering. Roodlichttherapie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een specifieke golflengte zoals 670 nm, is veelbelovend gebleken voor het stimuleren van de energieproductie in cellen en het verhogen van het glucoseverbruik.

 

De mythe van autisme – Hoe een verkeerd begrepen epidemie onze kinderen vernietigt

Iedereen lijkt het erover eens te zijn dat de Verenigde Staten momenteel een epidemie doormaken van wat gediagnosticeerd wordt als autisme. Maar in de geschiedenis van de samenleving is er nog nooit “een epidemie” geweest van een ontwikkelingsstoornis of een genetische afwijking. Dus wat is dit “autisme”, dat het leven van zovelen is gaan beïnvloeden? In De mythe van autisme. Dr. Michael Goldberg, de voorzitter van de Neuro-Immune Deficiency Medical Advisory Board, en zijn collega’s, illustreren waarom autisme een symptoom moet zijn van een behandelbare, neurologische ziekte die het immuunsysteem van de hersenen aanvalt. In het boek wordt ook de link met ziektes als ME gelegd en ik vermoed dat bij long covid een soortgelijk probleem speelt. Veel mensen met covid klachten klaagden ook over vreemde hoofdpijn en darmproblemen die weer relatie hebben met de hersenen. [Ron]

https://www.libristo.eu/en/book/the-myth-of-autism_11137984

http://www.nids.net/_page_id=27/

https://www.youtube.com/watch?v=s4lZkW7UFnQ

https://www.youtube.com/watch?v=dMmmHWZ3Iac

 

Depressie overwinnen

Het wordt niet veroorzaakt door biochemische onevenwichtigheden in de hersenen.

Leden Europees Parlement stemmen om de vrije media in de EU te beschermen

Vandaag hebben leden van het Europees Parlement gestemd over de nieuwe European Media Freedom Act, gericht op het beschermen van de onafhankelijkheid van journalisten en de pluraliteit van media in heel Europa. De Fractie De Groenen/EVA heeft lang gevochten voor regels op EU-niveau om kwesties als mediamarktmonopolies, de eerlijke toewijzing van staatsfinanciering en de onafhankelijkheid van de publieke media en nationale regelgevende instanties aan te pakken. De Groep is erin geslaagd om sterke waarborgen op te nemen met betrekking tot de bescherming van journalistieke bronnen.

Diana Riba I Giner, lid van het Europees Parlement, schaduwrapporteur van de Groenen/EFA in de Cultuurcommissie, zegt:

“Het is een bekend feit dat de mediavrijheid en journalistieke vrijheid momenteel worden bedreigd, niet alleen in de wereld maar ook binnen de EU. Jarenlang hebben we gezien hoe de lidstaten de vrije media uithollen en de grenzen tussen publieke media en staatsmedia vervagen.

Ik ben daarom blij dat we vandaag stappen ondernemen om de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid binnen de EU te waarborgen. Vrije media zijn een van de fundamenten van een vrije en democratische samenleving en mogen niet in gevaar worden gebracht.

“Ondanks de grote overwinningen die we als groep hebben behaald tijdens de onderhandelingen, bevat de tekst helaas geen volledig verbod op het gebruik van spyware tegen journalisten. We zijn ook bezorgd over de bevoorrechte behandeling die sommige mediakanalen zullen genieten, omdat dit de markt kan verstoren, waardoor verschillende categorieën mediakanalen kunnen ontstaan en ook de deur kan worden geopend voor misbruik in de vorm van de verspreiding van desinformatie op sociale media.

De Groenen/EVA-Fractie zal blijven aandringen op het vinden van oplossingen voor deze zwakke punten om een transparanter en pluriformer mediasysteem in de EU te garanderen.”

Bloed-hersenbarrière beter doordringbaar bij patiënten met delirium na operatie

Nieuw onderzoek van Duke Health biedt waardevolle inzichten in het postoperatieve delirium bij oudere operatiepatiënten. Dit zijn de belangrijkste bevindingen en implicaties van het onderzoek:

Hoge prevalentie van postoperatief delirium: Postoperatief delirium, gekenmerkt door verwarring en cognitieve stoornissen na een operatie, treft tot 40% van de oudere operatiepatiënten. Het kan leiden tot een langer verblijf in het ziekenhuis, aanzienlijk lijden en complicaties.

Verstoring van de bloed-hersenbarrière: Eerdere onderzoeken bij muizen hadden gesuggereerd dat postoperatief delirium verband zou kunnen houden met verstoringen van de bloed-hersenbarrière, die verantwoordelijk is voor het voorkomen dat bepaalde stoffen de hersenen binnendringen. Dit onderzoek bij mensen is een van de eerste grootschalige pogingen om te bevestigen dat patiënten die postoperatief delirium ontwikkelen inderdaad grotere openingen in de bloed-hersenbarrière hebben.

Cognitieve stoornissen en delirium: Uit het onderzoek bleek ook dat patiënten die vóór de operatie lagere cognitieve prestaties hadden op cognitieve tests, een grotere kans hadden op een postoperatief delirium. Dit suggereert dat cognitieve stoornissen voorafgaand aan de operatie een risicofactor kunnen zijn voor delirium.

Routekaart voor toekomstig onderzoek: De bevindingen worden als significant beschouwd omdat ze een routekaart bieden voor verder onderzoek naar de aanpak van postoperatief delirium, een probleem dat een aanzienlijk aantal oudere volwassenen treft. Door het verband tussen de permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière en delirium te identificeren, hebben onderzoekers een potentieel doelwit voor interventie.

Two-hit-model voor delirium: De studie suggereert een ‘two-hit-model’ voor postoperatief delirium, waarbij zowel predisponerende factoren (zoals preoperatieve cognitieve stoornissen) als precipiterende factoren (zoals postoperatieve disfunctie van de bloed-hersenbarrière) betrokken zijn. Dit multifactoriële model benadrukt de complexiteit van de ontwikkeling van delirium.

Ontstekingsfactoren: Het onderzoek wijst ook op de rol van ontstekingsmoleculen die door een lekkende bloed-hersenbarrière kunnen passeren en mogelijk kunnen bijdragen aan cognitieve stoornissen die verband houden met delirium. Toekomstige studies zullen onderzoeken of specifieke ontstekingsfactoren in hogere concentraties aanwezig zijn bij patiënten die delirium ervaren.

Deze studie licht op de mogelijke mechanismen die ten grondslag liggen aan postoperatief delirium en benadrukt het belang van de bloed-hersenbarrière in de ontwikkeling ervan. Het begrijpen van de relatie tussen cognitieve stoornissen, de functie van de bloed-hersenbarrière en delirium opent mogelijkheden voor toekomstig onderzoek en de ontwikkeling van interventies om deze veel voorkomende complicatie bij oudere chirurgische patiënten te voorkomen of te verzachten.

Meer dan vijf trappen lopen per dag kan risico hart- en vaatziekten verminderen

Uit nieuw onderzoek van de Tulane University blijkt dat het dagelijks nemen van slechts 50 treden de trap al een aanzienlijke impact kan hebben op het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten. Dit zijn de belangrijkste bevindingen en implicaties van dit onderzoek:

Traplopen en risico op hart- en vaatziekten: Het dagelijks beklimmen van meer dan vijf trappen ging gepaard met een vermindering van 20% van het risico op hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten, waaronder atherosclerotische hart- en vaatziekten (ASCVD), zijn wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaken.

Hoge intensiteit, tijd-efficiënte oefening: De studie benadrukt dat korte uitbarstingen van hoge intensiteit traplopen een tijdefficiënte manier kunnen zijn om de cardiorespiratoire conditie en het lipidenprofiel te verbeteren. Deze bevinding is vooral relevant voor personen die moeite kunnen hebben met het voldoen aan de huidige aanbevelingen voor fysieke activiteit.

Gunstig voor mensen die minder vatbaar zijn: Dagelijks traplopen bleek bijzonder effectief te zijn bij het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten bij personen die minder vatbaar waren op basis van factoren als familiegeschiedenis, genetisch risico, hoge bloeddruk en rookgeschiedenis. Uit het onderzoek blijkt echter dat zelfs personen met een hoger risico baat zouden kunnen hebben bij dagelijks traplopen.

Gezondheidsvoordelen op de lange termijn: De deelnemers aan het onderzoek werden gemiddeld 12,5 jaar gevolgd en daaruit bleek dat degenen die tijdens het onderzoek stopten met traplopen een 32% hoger risico hadden op hart- en vaatziekten vergeleken met degenen die consequent trappen beklommen. Dit suggereert dat de voordelen van traplopen op de lange termijn behouden blijven.

Goedkope, toegankelijke oefening: Traplopen wordt beschouwd als een goedkope en toegankelijke vorm van oefening die gemakkelijk in de dagelijkse routines kan worden opgenomen. De openbare beschikbaarheid van trappen maakt het een handige optie voor mensen die hun cardiovasculaire gezondheid willen verbeteren.

Primaire preventieve maatregel: Het onderzoek suggereert dat traplopen zou kunnen dienen als een primaire preventieve maatregel voor ASCVD in de algemene bevolking. Dit betekent dat het een praktische strategie zou kunnen zijn om het risico op hartziekten voor een breed scala aan individuen te verminderen.

Deze studie wijst op de potentiële gezondheidsvoordelen van het integreren van traplopen in het dagelijks leven als middel om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen. Het benadrukt de waarde van korte uitbarstingen van intensieve oefeningen, vooral voor degenen die moeite hebben om op andere manieren aan de aanbevolen fysieke activiteitsniveaus te voldoen. Traplopen biedt een handige en kosteneffectieve manier om de cardiorespiratoire conditie en de algehele gezondheid van het hart te verbeteren.

Onderzoekers induceren d.m.v. licht verlichting van depressie symptomen

Degenen die lijden aan depressie, het dubbele onvermogen om te genieten van de dingen en zichzelf fysiek te motiveren – om uitdagingen aan te gaan, of zelfs in de ochtend uit bed te komen – zijn reeds decennia onderzocht, het is nochtans altijd mysterieus gebleven waarom deze zeer verschillende soorten van symptomen samen verschijnen en ook samen verdwijnen wanneer depressie met succes is behandeld. Men vermoedde dat de stof dopamine in de hersenen een belangrijke speler zou kunnen zijn in de ziekte. En toch, in de lange geschiedenis van de studie van depressie is niemand in staat geweest om duidelijk deze sleutelbegrippen met elkaar te verbinden.

Onderzoekers aan de Stanford University hebben met succes bij muizen depressie-achtige gebreken opgewekt en genezen op gebied van zowel plezier als motivatie door het beïnvloeden van slechts een deel van de hersenen nl. het ventrale tegmentum. Het is de eerste keer dat welbepaalde typen van neuronen binnen een bepaald hersengebied direct in verband worden gebracht met de controle van talloze symptomen van depressieve ziekte.

In de studie die wordt gepubliceerd in Nature van 12 december, zeggen Stanford bio-ingenieur Karl Deisseroth, MD, PhD, en een team met inbegrip van postdoctorale onderzoekers Kay Tye, PhD, en Melissa Warden, PhD, en onderzoeksassistent Julie Mirzabekov gebruik te hebben gemaakt van een techniek die bekend staat als optogenetics voor het lokaliseren van specifieke hersengebieden die meerdere depressieve-achtige symptomen produceren. De regio in kwestie is het ventraal tegmentaal gebied, of VTA, een bron van dopamine en een centrale speler in de hersenen bij motivatie en beloningssystemen.

“We hebben voor het eerst dopamine neuronen in de VTA gekoppeld aan de controle en het verlichten van deze zeer verschillende en uiteenlopende symptomen, ” zei Deisseroth, de studie senior auteur en een professor in de biotechnologie en in de psychiatrie en gedragswetenschappen. “Terwijl depressie een complexe ziekte is met nog veel onbekenden, kan deze kennis nieuwe vormen van onderzoek helpen lanceren naar de paden van depressie in de hersenen en het ontwikkelen van concepten om mensen te helpen die lijden aan depressie. ”

Het team van Deisseroth was in staat om zowel depressie-achtige symptomen te induceren en meerdere te verlichten bij laboratoriummuizen door dopamine neuronen in het VTA, gevoelig voor licht, genetisch te modificeren. Met glasvezel kabels geplaatst in de hersenen van knaagdieren konden ze onmiddellijk de depressie-achtige symptomen produceren en remmen door het licht aan en uit te doen. Deze onderzoekstechniek, ontwikkeld door Deisseroth op Stanford in 2005, staat bekend als optogenetics.

Het team onderzocht muizen in een depressieve-achtige lage-motivatie toestand geïnduceerd door milde stressoren waarvan VTA neuronen optogenetisch waren gewijzigd. “Bij lichte stimulatie van de VTA dopamine neuronen, toonden deze muizen een sterke stijging van vluchtgedrag. Ze probeerden onmiddellijk om uit uitdagende situaties te komen – terugkeren naar normale niveaus van inspanning vanuit de depressieve-achtige toestand waarin zij zich bevonden, ” legde Deisseroth uit.

Wanneer ze konden kiezen tussen suikerwater of plat water kozen de muizen in depressief achtige toestand voor het suikerwater wanneer hun VTA dopamine neuronengestimuleerd werden door belichting. Ze hadden en ervoor gekozen om plezier te ervaren – terug naar een normaal niveau te komen. Tot slot, en opmerkelijk, merkte Deisseroth op, veroorzaakte het optogenetisch remmen van de VTA dopamine neuronen, in plaats van ze te stimuleren, beide soorten van depressiesymptomen – onmiddellijk en reversibel.

“Deze resultaten impliceerden één enkele klasse van neuronen in één enkel gebied van de hersenen – ventrale tegmentale dopamine neuronen – in zowel de productie van en het verlichten van zeer verschillende depressie gerelateerde symptomen, wat het mysterie bij de ziekte van pathofysiologie nog vergroot, “aldus Deisseroth.

En toch, een andere belangrijke vraag bleef: Wat doen de VTA dopamine neuronen bij downstream circuits? Met andere woorden, hoe worden de depressie samenhangende stuursignalen gelezen? Om deze vragen te beantwoorden, gingen de onderzoekers een stap verder door het in kaart brengen van de effecten van de dopamine neuron activiteit in het VTA in de nucleus accumbens, een hersengebied centrum waarvan men denkt dat het diverse functies van genot beïnvloedt, en waarschijnlijk de plaats van werking is voor verslavende drugs natuurlijk geluk. Het zien van verandering in de nucleus accumbens zou informatie kunnen geven over het mechanisme van hoe VTA dopamine neuron effecten tot uiting komen in de hersenen.

“Inderdaad, hebben we vastgesteld dat elektrofysiologische representatie van actie in de nucleus accumbens fudamenteel wordt gewijzigd door VTA dopamine neuronenactivatie. Als we de VTA dopamine neuronen activeren, beinvloedt dit de nucleus accumbens ‘codering van fysieke, gemotiveerde actie, “benadrukt Deisseroth. Samen vormden deze resultaten een lang gezocht circuitniveau inzicht in de oorzaken en de aard van met depressie samenhangend gedrag.

Terwijl de resultaten significant zijn, waarschuwde Deisseroth, die ook een praktiserend psychiater is, dat depressie en andere psychische ziekten complex zijn, multidimensionaal en variëren van patiënt tot patiënt. De symptomen van depressie worden zeker beïnvloed door veel neurale circuits, zei hij.

“Toch is het VTA dopamine circuit dat wij bestudeerden zeer vergelijkbaar bij zowel knaagdieren als mensen. En we hebben aangetoond dat de neuronen specifiek in dit circuit diverse symptomen van depressie veroorzaken, corrigeren en coderen. Dit is een belangrijke stap vooruit in het verstaan van de biologische grondslagen van depressie en gerelateerd gedrag, met veelbelovende implicaties voor toekomstig onderzoek, “aldus Deisseroth.

Te veel risicos bij gebruik SSRI antidepressiva tijdens zwangerschap

Een verhoogd risico op een miskraam, vroeggeboorte, neonatale gezondheid complicaties en eventuele neuro-afwijkingen op langere termijn met inbegrip van autisme, suggereren dat een bepaalde categorie van antidepressiva, bekend als selectieve serotonine heropname remmers (SSRI’s), alleen met grote voorzichtigheid voorgeschreven mogen worden. Bovendien moeten vrouwen met een depressie die zwanger proberen te raken volledige begeleiding krijgen, dit volgens onderzoekers van het Beth Israel Deaconess Medical Center, Tufts Medical Center en MetroWest Medical Center.

“Depressiviteit en onvruchtbaarheid zijn twee ingewikkelde complicaties die vaker wel dan niet hand in hand gaan. En er zijn geen definitieve richtlijnen voor een behandeling,” zegt hoofdauteur Alice Domar, Ph.D, Obstetrics and Gynecology, Beth Israel Deaconess Medical Center en Executive Director van het Domar Center for Mind/Body Health van Boston IVF. “We hopen op een bruikbare analyse van de beschikbare gegevens om goede informatie te geven aan vrouwen en zorgaanbieders zodat ze betere beslissingen kunnen nemen.”

Domar en haar collega’s gaven een evaluatie van gepubliceerde studies over vrouwen met symptomen van depressiviteit die antidepressiva gebruikten tijdens de zwangerschap. De resultaten verschijnen op 31 oktober online in het tijdschrift Human Reproduction.

“Er zijn drie belangrijke punten die uit de evaluatie van de wetenschappelijke studies over dit onderwerp naar voren kwamen,” zegt senior auteur Adam Urato, MD, Voorzitter van Obstetrics en Gynecology van het MetroWest Medical Center en een Maternal-Fetal Medicine specialist van het Tufts Medical Center. “Ten eerste is er duidelijk en verontrustend bewijs, van risico’s bij gebruik van SSRI antidepressiva door zwangere vrouwen, dat deze medicijnen leiden tot verslechterende zwangerschapsuitkomsten. Ten tweede is er geen bewijs van voordelen, geen bewijs dat deze medicijnen leiden tot betere resultaten voor moeders en baby’s. Ten derde zijn we er van overtuigd dat patiënten, verloskundigen en het publiek volledig op de hoogte moeten zijn van deze informatie.”

In de afgelopen 20 jaar is het antidepressivum gebruik met 400 procent toegenomen. Antidepressiva zijn nu de meest voorgeschreven medicijnen in de Verenigde Staten voor mensen tussen 18 en 44 jaar, voor de meeste vrouwen zijn dat hun vruchtbare jaren. En als vrouwen op een leeftijd komen van achter in de 30 begin 40 jaar hebben ze meer kans op onvruchtbaarheid.

“Volgens de Centers for Disease Control is in de USA meer dan 1 procent van de geboren baby’s het resultaat van een IVF-cyclus,” schrijven de auteurs. “De meeste vrouwen melden symptomen van depressiviteit tijdens de behandeling van onvruchtbaarheid, vooral na mislukte behandelingscycli.”

Maar liefst 11 procent van de vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan melden dat ze SSRI gebruiken om depressieve symptomen te bestrijden. Maar Domar en haar collega’s vonden geen bewijs van betere zwangerschapsuitkomsten bij antidepressiva gebruik, eigenlijk vonden ze het tegenovergestelde. Ze vonden ook veel tegenstellingen rond SSRI werkzaamheid. Veel studies vonden dat SSRI’s niet of slechts iets effectiever waren dan placebo’s, bij de behandeling van depressies. “In het algemeen is er, voor de meerderheid van vrouwen met een vruchtbare leeftijd, weinig bewijs dat er voordelen zijn bij gebruik van de voorgeschreven antidepressiva en er is voldoende bewijs van de risico’s,” schrijven de auteurs.

Om te beginnen zijn er steeds meer aanwijzingen dat SSRI’s de kans op een zwangerschap kunnen verlagen voor vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan. Daarnaast wijzen studies steeds uit dat vrouwen die antidepressiva gebruiken een verhoogt percentage op een miskraam hebben. Er is ook een sterk signaal, van aangeboren afwijkingen, waarvan het verband tussen gebruik van het antidepressivum Paxil en hartafwijkingen de bekendste is. In 2005 heeft deze vereniging de FDA gevraagd om Paxil’s fabrikant, GlaxoSmithKline, de risicofactor van Paxil te laten veranderen van een C naar een D, waarbij D een aangetoond risico aangeeft voor de foetus.

“Vroeggeboorte is misschien wel de meest dringende complicatie voor verloskundigen,” schrijven de auteurs. Bij meer dan 30 studies is er overweldigend bewijs van een verhoogd risico op een vroegtijdige geboorte bij vrouwen die antidepressiva nemen. “Dit is een belangrijke bevinding omdat we weten dat baby’s die voor de 37e week geboren worden risico lopen op vele gezondheidsproblemen op korte en lange termijn,” zegt Urato. “De zorg voor vroegtijdig geboren baby’s verhoogt de uitgaven voor gezondheidszorg met miljarden dollars.”

Beschikbare gegevens suggereren ook dat antidepressiva gebruik, vooral als het na de eerste drie maanden door gaat, leidt tot een verhoogd risico op, door zwangerschap veroorzaakte, hypertensie en zwangerschapsvergiftiging. “Gezien het belang van de hypertensie door zwangerschap in termen als moedersterfte en pasgeboren morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte) en het wijdverbreide gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap, is nader onderzoek op dit gebied van essentieel belang,” schrijven de auteurs.

Ook lijkt een lange termijn van blootstelling aan SSRI’s overeen te komen met een toegenomen frequentie van een lager geboortegewicht van een 10e procent, in combinatie met een verhoogd percentage van ademnood.

De gezondheidscomplicaties, geassocieerd met antidepressiva gebruik, kunnen worden overgedragen op kinderen en verder. Een studie uit 2006 toonde aan dat baby’s die via de baarmoeder blootgesteld werden aan antidepressiva 30 procent kans hadden op het Newborn Behavioral Syndrome, meestal geassocieerd met constant huilen, nervositeit en moeilijk te voeden. In zeldzame gevallen kan het syndroom epileptische aanvallen opleveren en ademhalingsmoeilijkheden die kunnen leiden tot de noodzaak van intubatie. Studies hebben ook een vertraagde motorische ontwikkeling aangetoond bij baby’s en peuters. En een Kaiser Permanente studie toonde het volgende aan: een “twee-voudig verhoogd risico op autisme spectrum stoornissen wordt geassocieerd met behandeling van de moeder met SSRI antidepressiva tijdens de zwangerschap, met een sterker effect wordt geassocieerd met de behandeling tijdens de eerste drie maanden.”

“Er is genoeg bewijs om tot grote voorzichtigheid te manen bij het voorschrijven van SSRI antidepressiva aan vrouwen die zwanger zijn of die proberen zwanger te worden, al dan niet een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan,” zegt Domar. “We willen benadrukken dat depressieve symptomen serieus genomen moeten worden en moeten niet onbehandeld blijven voor of tijdens de zwangerschap. Maar er zijn andere opties die effectief kunnen zijn, of effectiever dan SSRI’s, zonder alle bijbehorende risico’s.”

Domar en haar team keken naar studies en beoordeelden de verschillende behandelingsmodaliteiten voor depressie bij de algemene bevolking, met inbegrip van psychotherapie, oefening, ontspanning, yoga, acupunctuur en voedingssupplementen.

Hoewel veel van deze opties enig voordeel aantoonden toonde psychotherapie, in het bijzonder de cognitieve gedragstherapie (CBT), de meest belovende te zijn. “Er is overweldigend bewijs dat CBT gelijk is aan antidepressiva medicatie bij de behandeling van een milde tot matige depressie en meer recent onderzoek geeft aan dat het ook effectief is bij de behandeling van ernstige depressiviteit,” schrijven de auteurs.

Een studie uit 2008 laat indrukwekkende resultaten zien van CBT bij depressieve vrouwen tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen. De resultaten toonden aan dat 79 procent van de vrouwen die CBT ondergingen een significante afname hadden van de symptomen, vergeleken met 50 procent van de vrouwen in de medicatie groep.

“Deze alternatieve behandelingsopties zijn mogelijk niet voor iedereen geschikt, maar we denken nog steeds dat het belangrijk is voor vrouwen, die antidepressiva gebruiken en die een zwangerschap overwegen, om een gesprek met hun arts aan te gaan over de risico’s en voordelen van het voortzetten van hun medicatie,” aldus Domar. “Omdat op dit moment, zonder aangetoonde voordelen om SSRI te gebruiken tijdens de zwangerschap, het onderzoek in alle opzichten wijst op een verhoogd risico.”

Bewijs toont aan dat antidepressiva meer schade aanrichten dan goed doen

Veel voorgeschreven antidepressiva blijkt patiënten meer schade toe te richten dan goed te doen zeggen onderzoekers die een stuk hebben gepubliceerd waarin de impact van de medicatie op het hele lichaam wordt onderzocht.

“We moeten veel voorzichtiger zijn met het voorschrijven van deze medicijnen” zegt Paul Andrews, een evolutionaire bioloog op de McMaster Universiteit en hoofd schrijver van het artikel wat vandaag is gepubliceerd in het online journaal Frontiers in Psychology.

“Het is belangrijk omdat miljoenen mensen elk jaar antidepressiva voorgeschreven krijgen, en de conventionele wijsheid over deze medicijnen is dat ze veilig zijn en effectief.”

Andrews en zijn colleges onderzochten eerder uitgevoerde patiëntenstudies op het effect van antidepressiva en kwamen tot de conclusie dat de voordelen van de meeste antidepressiva, zelfs op hun best, niet in verhouding staan met de risico’s, welke onder andere het voortijdig overlijden kan betekenen voor oudere patiënten.

Antidepressiva zijn ontworpen om de symptomen te verlichten van depressie door de levels Serotonine te verhogen in de hersenen, waar het de gemoedstoestand regelt. Maar het grootste gedeelte van de serotonine die aan worden gemaakt worden voor andere doeleinden gebruikt,
zoals vertering, vormen van korstjes op wonden, reproductie en ontwikkeling.

Wat de onderzoekers hebben gevonden is dat antidepressiva negatieve gezondheidseffecten hebben op alle processen die normaal door serotonine worden geregeld.

De bevindingen zijn verhoogde risico’s voor:
– ontwikkelingsproblemen bij kinderen
– problemen met de sexuele stimulatie en de functie- en ontwikkeling van sperma bij volwassenen
– verteringsproblemen zoals diarree, constipatie, slechte spijsvertering en opgeblazen gevoel
– abnormale bloedingen en beroertes in volwassenen

De schrijvers onderochten drie onlangs uitgevoerde studies waaruit blijkt dat volwassene antidepressiva gebruikers meer kans hebben te overlijden dan niet gebruikers, zelfs nadat rekening is gehouden met andere belangrijke variabelen. De hogere overlijdenskans geeft aan dat het algehele effect van deze medicijnen op het lichaam meer kwaad doet dan goed.

“Serotonine is een oud chemicaal Het regelt veel verschillende processen heel precies, en wanneer je je met deze processen gaat bemoeien kun je verwachten, vanuit een evolutionair oogpunt, dat het schade gaat aanbrengen,” zegt Andrews.

Miljoenen krijgen elk jaar deze medicijnen voorgeschreven, en terwijl de conclusie een verassing lijkt, zegt Andrews dat de meeste bewijzen hiervoor al lang beschikbaar zijn. “Wat er ontbreekt in het debat over antidepressiva is een algehele evaluatie van alle negatieve effecten tegenover hun eventuele positieve effecten,”zegt Andrews. “Het meeste bewijs hiervoor ligt er al jaren maar niemand heeft gekeken naar deze basiszaken.”

In eerder onderzoek, hadden Andrew en zijn collega’s de effectiviteit van de antidepressiva voor hun voorgeschreven functie aan de kaak gesteld. Ze kwamen erachter dat patiënten meer kans hadden op een terugval wanneer ze stopten met de medicatie doordat hun hersenen werkten om weer in balans te raken.

Zelfs met de bedoelde functie van antidepressiva zegt Andrews dat het belangrijk is om kritisch te kijken naar het gebruik ervan. “Het zou de manier kunnen veranderen waarop we naar zulke grote medicinale middelen kijken,”zegt hij. “Je hebt een minimaal voordeel van en een waslijst aan negatieve gevolgen- sommige klein, sommige zeldzaam en sommige niet zo zeldzaam. Het punt is: weegt de lijst met negatieve bijeffecten zwaarder dan de voordelen?”

Onderzoek levert bewijzen aan omtrent trombose risico van niet orale anticonceptiva

Bevindingen wijzen uit dat sommige vrouwen beter over kunnen stappen naar een anticonceptiepil om hun risico te beperken.

Onderzoek: Veneuze trombose bij gebruikers van niet hormonale anticonceptiva: Vervolgonderzoek, Denemarken 2001-10. Een onderzoek gepubliceerd op bmj.com levert bewijs aan dat bepaalde niet orale hormonale anticonceptiva (b.v. pleisters, implantaten en vaginale ringen) een hoger risico op gevaarlijke bloedklontering (bekend als veneuze trombo-embolie) met zich meebrengt dan andere anticonceptiva.

De bevindingen wijzen uit dat sommige vrouwen beter over kunnen stappen van een niet oraal product naar een anticonceptiepil om hun risico te beperken.

Verschillende onderzoeken hebben het risico op veneuze trombose (een verzamelnaam voor diep-veneuze trombose en longembolie) bij vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken ingecalculeerd, maar weinig onderzoeken hebben rekening gehouden met het risico van niet orale hormonale anticonceptiva bij de gebruiksters. Deze producten geven meer geleidelijk hormonen aan het lichaam af teneinde zwangerschap te voorkomen.

Een team geleid door Professor Øjvind Lidegaard aan de Universiteit van Kopenhagen, herzagen de gegevens van het gebruik van niet orale hormonale anticonceptiemiddelen en de allereerste veneuze trombose onder alle Deense niet zwangere vrouwen tussen 15 en 49 jaar vanaf het jaar 2001 tot 2010. Alle vrouwen hadden geen geschiedenis van bloedstolsels of kanker voordat het onderzoek begon.

Er is met verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de resultaten, inclusief leeftijd en onderwijs niveau, rekening gehouden. De resultaten zijn gebaseerd op 9,429,128 observatie jaren, gedurende welke 3,434 bevestigde diagnosen van de allereerste veneuze trombose zijn geregistreerd.

Het risico van veneuze trombose onder vrouwen die geen enkel type hormonale anticonceptie gebruikten en die tussen de 15-49 jaar oud waren lag gemiddeld op twee gevallen per 10.000 blootgestelde jaren. Vrouwen die een gecombineerde orale anticonceptiepil met het levonorgestrel hormoon gebruikten, hadden een drie keer verhoogd risico ( 6,2 gevallen per 10.000 blootgestelde jaren).

De vrouwen die huidpleisters gebruikten hadden een 8 keer verhoogd risico ( 9.7 in 10.000 jaren aan blootstelling ) vergeleken met niet gebruikers van dezelfde leeftijd, terwijl vrouwen die een vaginale ring gebruikten een 6.5 keer verhoogd risico hadden (7.8 voorvallen in de 10.000 blootgestelde jaren).

Gebruik van een enkel progestageen bevattend implantaat had een klein verhoogd risico, terwijl het gebruik van een IUD (progestageen bevattend spiraaltje) geen enkel risico gaf en mogelijk een beschermend effect heeft volgens de auteurs. In tegenstelling tot gecombineerde pillen werd geen verminderd risico gezien bij het gebruik van een pleister of een vaginale ring op de lange termijn.

De auteurs hebben op basis van deze bevindingen berekend dat 2000 vrouwen die de vaginale ring gebruiken en 1250 vrouwen die een anticonceptiepleister gebruiken over zouden moeten stappen naar een combinatiepil die levonorgestrel bevat, om één geval van veneuze trombose per jaar te voorkomen.

Veranderingen in de darmbacteriën beschermen tegen een beroerte

Onderzoekers van de Universiteit van Gothenburg in Zweden en de Chalmers University of Technology in Zweden tonen aan dat bij de mens een veranderde darmflora in verband wordt gebracht met symptomatische atherosclerose en beroerte. Deze bevindingen zijn gepresenteerd in een studie die op 4 december gepubliceerd is in Nature Communications.

Het menselijke lichaam bevat tien keer meer bacteriële cellen dan menselijke cellen, waarvan de meeste zich bevinden in de darmen. Deze bacteriën bevatten een enorm aantal genen in aanvulling op ons host genoom en zijn gezamenlijk bekend als de darm metagenoom.

Hoe beïnvloed de metagenoom onze gezondheid? Deze vraag wordt momenteel opgepakt door onderzoekers in het snel groeiende gebied van metagenomic onderzoek. Verschillende ziekten zijn gekoppeld aan variaties in het metagenoom.

Onderzoekers van Chalmers University of Technology en Sahlgrenska Academie, Universiteit van Gothenburg laten nu ook zien dat veranderingen in de darm metagenoom gekoppeld kan worden aan atherosclerose en beroerte.

De onderzoekers vergeleken een groep van patiënten met een beroerte met een groep gezonde proefpersonen en vonden grote verschillen in hun darmflora. Ze toonden in het bijzonder aan dat genen die nodig zijn voor de productie van carotenoïden vaker gevonden werden in de darmflora van gezonde personen. De gezonde personen hadden ook aanzienlijk hogere niveaus van een bepaalde carotenoïde in het bloed dan de overlevenden van een beroerte.

Carotenoïden zijn een type antioxidant en er wordt al vele jaren geclaimd dat ze beschermen tegen angina en beroerte. Aldus kan de verhoogde incidentie van carotenoïden producerende bacteriën in de darmen van gezonde proefpersonen aanknopingspunten bieden om te verklaren hoe de darm metagenoom ziektetoestanden beïnvloedt.

Carotenoïden worden tegenwoordig verkocht als een voedingssupplement. De markt ervoor is groot maar klinische studies naar hun werkzaamheid in de bescherming tegen angina pectoris en beroerte hebben wisselende resultaten gegeven.

Jens Nielsen, hoogleraar Systems Biology aan Chalmers zegt dat het de voorkeur geniet om in plaats daarvan probiotica te nemen – voedingssupplementen bevatten bijvoorbeeld die soorten bacteriën die carotenoïden produceren.

“Onze resultaten tonen aan dat langdurige blootstelling aan carotenoïden, via de productie door de bacteriën in het spijsverteringsstelsel, belangrijke voordelen voor de gezondheid hebben. Deze resultaten zouden het mogelijk moeten maken om nieuwe probiotica te ontwikkelen. Wij denken dat de bacteriële soorten in de probiotica zich als permanente cultuur in de darm zouden kunnen vestigen en een langdurig effect zouden kunnen hebben.”

“Door het onderzoeken van de bacteriële microbiota van de patiënt zouden we ook in staat moeten zijn om risico prognoses voor hart- en vaatziekten te ontwikkelen,” zegt Fredrik Bäckhed, hoogleraar Molecular Medicine van de Universiteit van Gothenburg. “Het moet mogelijk zijn om volledig nieuwe ziekte-preventie opties te bieden.”

De onderzoekers hebben nu een bedrijf gestart, Metabogen, om hun ontdekkingen met betrekking tot de metagenoom verder te ontwikkelen. Hun succes is gebaseerd op een nauwe samenwerking tussen ingenieurs, microbiologen en artsen.

Jens Nielsen en Fredrik Bäckhd zijn het er beide over eens dat een van de uitdagingen, op het snel ontwikkelende gebied van metagenomica, de multidisciplinaire facetten zijn, die nieuwe samenwerking en samenvoeging van onderzoeksgebieden vereisen.

Darmbacterien die neurotransmitters produceren kunnen een rol spelen bij ontstekingen

Onderzoekers aan het Baylor college van medicijnen en het Texas kinderziekenhuis hebben commensale bacteriën (Commensalisme is in de ecologie een interactie tussen twee organismen, waarbij het ene voordeel heeft en het ander niet beinvloed is) ontdekt in de darmflora die een neurotransmitter produceren die misschien een rol spelen in het voorkomen of behandelen van inflammatoire darmziektes zoals de ziekte van Crohn.

Naar ons weten hebben we de eerste bifidobacterie stam, bifidobacterie dentium, die in staat is om gamma-aminobutyric zuur (GABA) uit te scheiden. “Dit molecuul is een grote remmer van neurotransmitters in de centrale- en het darm zenuwstelsel,”zegt Karina Pokusaeva, een onderzoeker van deze studie en een lid van het loboratorium van James Versalovic.

GABA is een van de hoofd remmers van neurotransmitters in het menselijk zenuwstelsel. Het speelt een rol in het regulieren van pijn, sommige pijnbestrijders die nu in de markt zijn werken door GABA receptors aan te vallen op neurale cellen.

Pokusaeva en haar collegas waren vooral geinteresseerd om de rol te begrijpen die menselijke microben mogelijk spelen in pijn. Ze scanden het genoom (is het geheel van erfelijke informatie in een cel) van potentiele gunstige intestinale microorganismen, geidentificeerd door het menselijke microbiome project, als bewijs voor een gen dat hun mogelijk maakt om GABA te creeren.

“Lab analyse van metagenomic DNA reeksen zorgden ervoor dat we konden demonstreren dat microbiele glutamaat decarboxylase coderings gen overvloedig aanwezig is in de intestinale microbiota vergeleken met andere lichaamsdelen,”zegt Pokusaeva. Een van de grootste producent van GABA is B. dentium, welke een samenstelling uitscheidt die helpt om de zure omgeving te overleven.

Als toevoeging bij de pijnmodulerende eigenschappen kan GABA ook in staat zijn om ontstekingen te remmen. Recente onderzoeken hebben laten zien dat immuun cellen genaamd macrofagen ook GABA receptoren hebben. Wanneer deze receptoren geactiveerd op de macrofagen was er een verlaagde productie van de verbindingen die verantwoordelijk zijn voor ontstekingen.

“Ons lab was nieuwsgierig om te ontdekken of GABA die geproduceerd is door intestinale menselijke isolaat B. dentium een kan hebben op GABA receptoren die aanwezig zijn in de immuun cellen,” zegt Pokusaeva. Samen met haar medewerkers Dr. Yamada en Dr. Lacorazza ontdekten ze dat wanneer de cel blootgesteld werd aan de afscheiding van de bacteriën dat ze dan verhoogde expressie vertoonde van de GABA receptoren in de immuun cellen.

Terwijl de bevindingen nog verder onderzocht moet worden suggereren ze dat B. dentium en de verbindingen die het scheidt mogelijk een rol spelen in het verminderen van ontstekingen die geassocieerd worden met inflammatoire darmziekte.

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00