Aflatoxines en schimmels in voeding
Een onderwerp dat weinig aandacht krijgt in
de media maar wel degelijk een rol speelt bij produkten zoals pinda's en mais. Het gaat
hier om stoffen die oa leverkanker kunnen veroorzaken. Deze stoffen, aflatoxines, worden
geproduceerd door schimmels die zich nestelen op de voeding.
Aflatoxine B1, B2, G1 en G2 komen voor in:
- maïs, pindas (aardnoten), hazelnoten,
pistachenoten, granen, rijst, peulvruchten.
- afgeleide producten zoals: pindameel,
pindakaas, brood, bier.
- wanneer koeien met aflatoxine B1 besmette
granen eten, kunnen zij een bron vormen van het toxine aflatoxine M1, in melk en
melkproducten.
Ron
Leverkanker door Aflatoxines in
voeding in West-Afrika eenvoudig te reduceren
Prof. Chris Wild (University of Leeds),
bekend van zijn onderzoek naar de rol van omgevingsfactoren bij het ontstaan van kanker,
heeft op 15 november 2005 een lezing verzorgt bij de Universiteit Maastricht, Faculteit
der Gezondheidswetenschappen. De lezing draagt de titel 'Dietary aflatoxins and health in
West Africa: from genes to public health'. Prof. Wild geeft hierin een overzicht van het
onderzoek naar door schimmels geproduceerde gifstoffen. Deze gifstoffen veroorzaken
leverkanker, waaraan tien procent van de volwassen mannelijke West-Afrikanen overlijdt.
De schimmels die de gifstoffen
(Aflatoxines) produceren ontstaan in, in ontwikkelingslanden veel gegeten
voedingsmiddelen, zoals pinda's en maïs. De groei van deze schimmels wordt veroorzaakt
door warmte, vochtigheid en slechte opslag. Dit resulteert in een wijdverspreide en
levenslange blootstelling in de meeste delen van Afrika en Zuid-oost Azië. Aflatoxines
zijn een oorzaak van leverkanker, maar worden bij blootstelling van kinderen ook
gerelateerd aan groeiachterstand en verminderde afweer.
Dit draagt mogelijk bij aan de hoog
sterftecijfers aan infectiezieken in deze regio's. Het ontstaan van aflatoxines is met
relatief eenvoudige en goedkope methodes te reduceren met zo'n vijftig procent. Prof. Wild
gaat eveneens in op de effecten op de hoge kindersterfte in deze gebieden.
Universiteit Maastricht
Tip: House
Aflatoxinen
Aflatoxinen worden geproduceerd door de
schimmels Aspergillus flavus en Aspergillus parasiticus. Het zijn derivaten van coumarine.
De belangrijkste aflatoxinen zijn B1, B2, G1, G2. De schimmels groeien het beste bij
ongeveer 25 ºC en een hoge luchtvochtigheid (80 %). Aflatoxinen worden zowel voor als na
de oogst, bij relatieve hoge vochtconcentraties en relatief hoge temperaturen, gevormd.
Aflatoxinen komen voor in verschillende producten, zoals oliezaden (b.v. pinda's), granen,
specerijen en vijgen. Aflatoxine M1 wordt in de hele wereld in melk aangetroffen.
Contaminatie met aflatoxine kan worden voorkomen door schimmelgroei tegen te gaan. In het
bijzonder het drogen van geoogste producten is van belang om schimmelgroei te voorkomen.
http://www.safefood.nl/gevarendocumenten/aflatoxinen.html
Tip: House
EU en aflatoxines
Dit zijn genotoxische kankerverwekkende
stoffen die bij een hoge temperatuur en vochtigheid ontstaan. De verordening heeft zo laag
mogelijke grenswaarden vastgesteld. Het is bekend dat voor bepaalde producten, zoals
aardnoten, noten, gedroogd fruit en maïs, het aflatoxinegehalte met behulp van sorteer-
en andere fysische behandelingsmethoden kan worden verlaagd. Om de gevolgen voor de handel
zo veel mogelijk te beperken, moeten daarom hogere aflatoxinegehalten voor de betrokken
producten worden toegestaan als deze niet bestemd zijn voor rechtstreekse consumptie door
de mens of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen. In dat geval moet op
het etiket de bestemming duidelijk worden aangegeven, met de vermelding "Product dat
verplicht moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten
worden toegepast om het niveau van verontreiniging met aflatoxinen te verlagen".
http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l21115k.htm
Vergiftiging door aflatoxines
Er zijn twee soorten vergiftiging door
aflatoxines:
Acute aflatoxicosis. Dit treedt op wanneer
er één keer voedsel met een hoog gehalte aan aflatoxine wordt gegeten. De gevolgen
hiervan zijn binnen 36 tot 48 uur na consumptie merkbaar. Symptomen kunnen onder andere
braken, longoedeem, buikpijn, coma en stuiptrekkingen met de dood tot gevolg zijn.
Chronische aflatoxicosis. Dit komt voor
wanneer er gedurende langere tijd voedsel wordt gegeten met een relatief lage dosis
aflatoxine. De effecten hiervan zijn meestal moeilijk te herkennen. Wel wordt dit
geassocieerd met symptomen als onvolledige vertering van voedsel en groeiachterstanden.
Langdurige blootstelling aan relatief lage
concentraties aflatoxine vergifigt je niet alleen langzaam, het veroorzaakt vermoedelijk
ook kanker. In eerste instantie moet je hierbij denken aan leverkanker. Het is immers je
lever die de aflatoxines gaat opslaan en afbreken.
http://objectief.be/Aflatoxine.html
Peanut butter consumption and
hepatocelular carcinoma in Sudan A case-control study
promotor prof.dr.ir. F.J. Kok (voeding en
epidemiologie) (co)promotor dr.ir. P. van 't Veer
Leverkanker is de zesde meest voorkomende
vorm van kanker in de wereld en komt voor 80% van de gevallen voor in de sub-Sahara
regio's in Afrika, Zuidoost Azie en China. Deze vorm van kanker is zeer fataal en
gemiddeld heeft men nog een jaar te leven zodra de kanker vastgesteld is. Uit
gezondheidsgegevens blijkt dat het aantal patienten met leverkanker in Soedan toeneemt.
Risicofactoren vormen aflatoxines (in
pindakaas), hepatitis B, hepatitis C en alcoholgebruik. Ragaa El Hadi Omer onderzocht de
rol van aflatoxines in pindakaas en de rol van hepatitis B met als doel te komen tot
adviezen voor preventie van leverkanker. Aflatoxines zijn zeer toxisch en worden gevormd
door schimmels. Met name in warme, vochtige streken, zoals Soedan, is de pindateelt
gevoelig voor deze schimmel. Voor Soedan heeft de pindateelt een grote economische waarde,
maar er is vastgesteld dat de besmetting met aflatoxine kan oplopen tot 64-90%.
Ook blijkt dat pinda's van lage kwaliteit
gebruikt worden voor lokale consumptie. Omer vond dat er bij dagelijkse consumptie van
pindakaas een vier keer zo grote kans is op leverkanker. Hoewel hepatitis B een veel
groter risico vormt, is de rol van aflatoxine bijna even groot omdat pinda's een
belangrijk onderdeel vormen van het dieet van de lokale bevolking. In Nederland is er
strenge controle op de invoer van pinda's om te voorkomen dat besmette pinda's en
pindakaas op de markt komen.
Aflatoxines (AFLA) en dieren
AFLA is vooral een probleem in grondstoffen
aangevoerd uit warme en vochtige klimaten. Voorbeelden zijn palmpit en kokosschroot en
sojahullen. Voornamelijk Aflatoxine B1 is van belang, omdat dit door de koe omgezet wordt
in Aflatoxine M1, dat in de melk terechtkomt. Daar aflatoxines in de menselijke
geneeskunde erkent zijn als sterk kankerwekkend is er wettelijk een maximale limiet van
aflatoxine M1 in melk van 0,05 µg/kg melk (= dit is 0,00005 gram per 1.000 kg melk!).
Aflatoxine is tevens het mycotoxine dat het meest het immuunsysteem van het dier afbreekt
(verlaagt de ziekteweerstand van het dier) en de leverwerking aantast.
http://www.alltech.com/nederland/documents/Mycotoxines-
eengevaarvoormelkvee_Melkveebedrijf_November2007_nr9_pg14-15.pdf